Jaarverslag 2015

Inleiding

Met het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte is een omvangrijk deel van de begroting gemoeid. In deze paragraaf is per onderdeel aangegeven vanuit welk beleidskader wordt gewerkt, wat de stand van zaken is, wat de financiële consequenties zijn en wat de actuele risico inschatting is. Deze onderdelen zijn:

  • wegen
  • riolering
  • infrastructurele kunstwerken
  • water
  • groen
  • speelvoorzieningen
  • straatmeubilair
  • buitensport accommodaties
  • onderwijsgebouwen
  • verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

Openbare ruimte
Het algemeen beleidskader voor wegen, riolering, infrastructurele kunstwerken, water, groen, speelvoorzieningen en straatmeubilair is geactualiseerd. De vernieuwde visie op het beheer van de openbare ruimte is in 2015 vastgesteld.

Een deel van het beheer van de openbare ruimte wordt uitgevoerd door de ROVA. De gewenste kwaliteit van het groen ligt vast in de productbladen beheer openbare ruimte ROVA – Gemeente Zwolle.

Voor extra informatie wordt verwezen naar programma 8.

Wegen
beleidskaders:
De kadernota onderhoud wegen d.d. 2005.

Stand van zaken:
Jaarlijks worden de binnenstad en de hoofdinfrastructuur geïnspecteerd. Bij de overige wegen gebeurt dat eens in de 2 jaar. Deze gegevens worden verwerkt in ons beheersysteem. In 2014 zijn we overgegaan naar een nieuw beheersysteem. Dit systeem biedt meer mogelijkheden voor integraal plannen en sluit aan bij de behoefte om vanuit beheer en onderhoud te gaan werken met een MJOP (MeerJarenOnderhoudsPlan). Om het nieuwe beheersysteem volledig up tot date en operationeel te maken is er afgelopen jaren een volledige inspectie gehouden van alle wegen.

Op de wegen/wegvakken, waarvan het beheersysteem aangeeft dat er onderhoud nodig is vanwege ernstige gebreken, wordt een extra toets uitgevoerd. Een zogenaamde "maatregeltoets". Zo wordt de omvang van de onderhoudsbehoefte van de eerste twee planjaren duidelijker zichtbaar gemaakt. Ook de omvang van achterstallig onderhoud wordt hiermee duidelijker in beeld gebracht.
De prioritering van deze uitkomsten wordt enerzijds bepaald door criteria in de kadernota wegen, maar vooruitlopend op de nieuwe visie op beheer en onderhoud wordt ook nadrukkelijk rekening gehouden met behoeften en opgaven vanuit de stad, en meer rekening gehouden met het gebruik van onze openbare ruimte.
Dit resulteert in een groslijst voor onderhoud wegen, die - samen met de groslijsten van andere producten en projecten - de basis vormt voor het MJOP en het daaruit voortkomende jaarplan.

Financiële consequenties beleidsdoel:
Er was circa € 4,6 mln. beschikbaar voor onderhoud van asfalt- en elementenwegen (zie ook de paragraaf weerstandsvermogen, onderdeel I overige risicoposten).

financiële vertaling in de begroting:
In 2015 was per saldo circa € 8 mln. gemoeid met het product wegen, waarvan circa € 4.6 mln. voor het feitelijk/technisch onderhoud van de Zwolse wegen. Aan vervangingsinvesteringen was € 420.000 (exclusief BTW) beschikbaar in 2015.
Onder het product wegen vallen ook posten als straatreiniging, onkruidbeheer en gladheidbestrijding. Vandaar dat niet het gehele budget van product wegen beschikbaar is voor daadwerkelijk wegonderhoud.

Actuele risico inschatting:

  • Als wegbeheerder zijn wij aansprakelijk voor schade ontstaan als gevolg van gebreken aan de weg (zie  verplichte paragraaf 2). De veiligheid van de weggebruikers is (in principe) niet in het geding. Er is een klein risico met betrekking tot het voldoen aan de veiligheid, omdat onveilige situaties ons niet altijd bekend zijn. Zodra we dit weten wordt het direct verholpen.
  • Voorgaande jaren heeft ZSA (geluidsreducerend asfalt) tot extra kosten geleid, omdat de levensduur korter was dan berekend en verwacht. In 2015 hebben we voor ZSA op de Westenholteallee extra middelen ingezet.(zie programma 8)

Risicoverantwoording:
In 2015 is met betrekking tot hierboven aangegeven risico's geen sprake geweest van bijzondere situaties of nieuwe knelpunten.

Riolering

Beleidskader:
Het gemeentelijk rioleringsplan 2011 - 2015 (GRP).
Dit geeft aan hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten (Waterwet) voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, afstromend hemelwater en grondwater.

Stand van zaken:
Om de uitgaven van onderhoud, energiekosten, adviezen, verbetermaatregelen en kapitaallasten te dekken wordt rioolheffing geheven. De opbrengst van de rioolheffing en de overige inkomsten (bijdragen derden) dekken de uitgaven 100%. Om sterke schommelingen in de hoogte van de jaarlijks vast te stellen rioolheffing op te vangen, maken wij sinds 1996 gebruik van de egalisatiereserve tarieven rioleringen. De financiering van de aanleg van riolering in nieuw te ontwikkelen woon- en werkgebieden vindt geheel plaats via de grondexploitatie.
Er is geen achterstallig onderhoud. Bij het vervangen van riolen die in het grondwater liggen moet bronbemaling worden toegepast om de grondwaterstand tijdelijk te verlagen. Wanneer er ernstige bodemverontreinigingen in de nabijheid zijn, kan een grondwateronttrekking nadelige gevolgen hierop hebben. Om dit te voorkomen kan het noodzakelijk zijn om duurdere uitvoeringstechnieken toe te passen.

Financiële consequenties beleidsdoel:
Uitgangspunt bij uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) is dat de uitgaven kostendekkend zijn. De egalisatiereserve is positief, zodat wij een onvoorziene tegenvaller op kunnen vangen.

Financiële vertaling in de begroting:
Voor 2015 werden investeringsuitgaven ad € 0,6 mln. begroot. Voor het dagelijks beheer / onderhoud is € 4,1 mln. uitgegeven (exclusief kapitaallasten ad € 2,5 mln, € 0,2 mln. incassokosten en € 0,6 mln. forfaitair bedrag BTW compensatie).
Voor wat betreft de tariefontwikkeling 2016 en de egalisatievoorziening wordt verwezen naar de tarievennota 2016.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Risicoverantwoording:
In 2015 hebben zich geen onverwachte zaken voorgedaan.

Infrastructurele kunstwerken
Dit betreft bruggen, tunnels, kades, havens, sluizen, remmingswerken en waterkeringen.

Beleidskaders:
Er zijn geen landelijke of Zwolse kaders/richtlijnen inzake het beheer/onderhoud civiele kunstwerken.

Stand van zaken:
Op grond van een eenvoudig beheersysteem wordt een globale onderhoudsplanning opgesteld.
Omdat de onderhoudskosten per kunstwerk sterk kunnen verschillen kunnen deze alleen na gedetailleerde inspecties worden vastgesteld. Dat wil zeggen dat alle kunstwerken op basis van “Zwolse kennis en ervaring” worden beheerd en onderhouden (technisch). Alle kunstwerken worden minimaal eens per 2 jaar geïnspecteerd, op de aspecten heel en veilig. Op grond van de geconstateerde “schadebeelden” worden de schades beoordeeld en maatregelen vastgesteld. De ‘veiligheid’ bepaalt de prioriteit van de maatregel(en). De omvang van de uit te voeren maatregelen wordt bepaald door het jaarlijks beschikbare onderhoudsbudget. Grootschalige renovaties worden niet uit het onderhoudsbudget gefinancierd, maar incidenteel bekostigd. De technische installaties van de beweegbare bruggen worden jaarlijks geïnspecteerd op functionaliteit/storingsrisico. Landelijk is er zorg over de constructieve veiligheid van bruggen. Door de periodieke inspectie van alle kunstwerken hebben wij een goed beeld van de bruggen. Er zijn geen aanwijzingen dat voor de Zwolse bruggen de constructieve veiligheid gevaar loopt.

Financiële vertaling in begroting:
In 2015 was voor de kunstwerkenzorg circa € 1,3 mln. (inclusief € 330.000 kapitaallasten) beschikbaar. Hiervan wordt het dagelijkse beheer en onderhoud uitgevoerd. Binnen het huidige budget is zeer beperkte financiële ruimte voor verzorging van de kunstwerken (aspect ‘schoon’). De beschikbare middelen worden ingezet om gevaarlijke situaties te voorkomen en (aanstootgevende) graffiti te verwijderen.
Aan vervangingsinvesteringen was in 2015 voor kunstwerken (€ 549.000 exclusief BTW) beschikbaar.

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Risicoverantwoording:
In 2015 is met betrekking tot hierboven aangegeven onderwerp geen sprake geweest van bijzondere situaties /knelpunten.

Water
Het gaat hier om watergangen, sloten, bermen, bermsloten en beschoeiingen.

Beleidskaders:
Grasbeheer 2008 – 2017 (voor de natte graslandjes en oevers)
De snijschouw ligt vast in de maaibestekken.

Stand van zaken:
Op de meeste Zwolse watergangen en sloten ligt de zogenaamde wettelijke schouwplicht (snijschouw) van het waterschap.
Het technische onderhoud van beschoeiingen e.d. gebeurt op basis van “Zwolse kennis en ervaring”. We inspecteren minimaal eens in de 2 jaar. De nadruk van de inspecties ligt op de aspecten heel, veilig en stabiliteit. De inspecteur noteert de geconstateerde “schade” en in overleg met de beheermanager worden de schades beoordeeld en maatregelen vastgesteld. De veiligheid en stabiliteit bepalen de prioriteit van de maatregel(en).

Financiële vertaling in begroting:
Voor het technische onderhoud van beschoeiingen en baggeren is per saldo circa € 500.000 beschikbaar. Voor onderhoud sluizen en remmingswerken is in 2015 per saldo circa € 100.000 beschikbaar. Aan vervangingsinvesteringen is in 2015 voor blauw beheer (beschoeiingen, kademuren en drijvende steigers) € 330.000 beschikbaar.

Actuele risico inschatting:
Op korte termijn zijn er geen risico’s. De kademuren langs de Thorbeckegracht en Diezerkade/Bleekerswegje zijn voorzien van een houten fundering die bij extreem laagwater zichtbaar is. Hierdoor kan houtrot versneld plaatsvinden waardoor de stabiliteit van de kademuren sterk kan teruglopen. Inspecties bij laagwater hebben aangetoond dat delen van het houtwerk sterk zijn ingerot. In 2015 is onderzoek gedaan naar de stabiliteit van de kademuren. Conclusie van het onderzoek is dat instortingsgevaar niet te verwachten is. Zoals het er nu naar uit ziet zullen de kosten voor herstel ca. € 2,5 ton zijn. Dit kan worden opgevangen binnen de bestaande middelen.

Risicoverantwoording:
zie actuele risico inschatting

Groen

Beleidskaders:

  • De bomenverordening 2013 inclusief Groene Kaart.
  • De lijst Bijzondere Bomen 2013
  • Het renovatieplan Licht op Groen, d.d. 2002.
  • De nota Binnenstadsparken Zwolle, d.d. 1999.
  • Het Groenbeleidsplan (GBP) 1998 – 2010 d.d. 1998.
  • De Groene Agenda 2015

Stand van zaken:
Alle ‘groeninformatie’ staat in het digitale groenbeheerssysteem en is opgenomen in Geopoort. Zo is al het groen in Zwolle inzichtelijk en met een interne raadpleegfunctie opvraagbaar.
Iepen en kastanjebomen worden gecontroleerd. Zieke iepen worden direct verwijderd en vervangen. De ongeveer 12.000 risicobomen worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de 800 “echte” risicobomen worden elk jaar gecontroleerd aan de hand van de VTA keuring (Visual Tree Assessment). Afhankelijk van de uitkomsten van de VTA inspectie worden maatregelen getroffen.

Financiële consequenties beleidsdoel:
In 2002 is de kwaliteit van het bestaande groen gedetailleerd geëvalueerd en is het renovatieplan ‘Licht op Groen’ opgesteld. Om het onrendabele groen om te bouwen tot efficiënt ingericht en duurzaam te beheren groen is jaarlijks € 124.000 (prijspeil 2015) beschikbaar gesteld. In 2016 zijn met de beschikbare middelen omvormingen uitgevoerd.

Financiële vertaling in begroting:
In de begroting 2015 is circa € 7,9 mln. (inclusief kapitaallasten à € 310.000) opgenomen voor regulier groenonderhoud, te weten stedelijke beplanting, buitengebieden, gras, stedelijke tuinen en voorzieningen in het groen.
Aan vervangingsinvesteringen was in 2015 voor groen € 250.000 (exclusief BTW) beschikbaar. Een deel van de 2014 vervangingsinvestering is gebruikt voor het vervangen van de bomenstructuur langs Thorbeckegracht, waar de Kastanjebloederziekte herhaald is geconstateerd. Een deel van de nog beschikbare vervangingsinvesteringen is in 2015 ingezet voor het herplanten van bomen die bij storm zijn beschadigd of omgewaaid.

Actuele risico inschatting:
De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er nog sprake van achterstallig onderhoud.
boomziektes en –plagen:

  • Iepen, kastanjebomen en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen.  Wat de kastanjeziekte betreft worden er preventieve maatregelen genomen. Dode kastanjes worden verwijderd en vervangen. De potentiële risicobomen, circa 12.000 stuks, worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de “echte” risicobomen, circa 800 stuks, worden elk jaar gecontroleerd.
  • De eikenprocessierups heeft zich in 2015 gestabiliseerd, mede door extra maatregelen in het najaar van 2014. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers.
  • Overlast door de spinselmot is in 2014 verder afgenomen. In 2014 is beplanting vervangen waar veel spinselmot in zit door andere soorten. In 2015 zal daarin nog een slag worden gemaakt om de overlast verder te verminderen.
  • De essentakkensterfte, is voor het eerst gesignaleerd in Zwolle in 2012 en breidt zich langzaam verder uit.
  • Bovendien neemt overlast door “lekkende bomen” toe. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan "druipen". Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast.
  • Het bestand van de kleine straatbomen "vergrijst". In 2016 zullen we een meerjarig vervangingsplan maken dat zal worden opgenomen in de Meerjaren Onderhoudsopgave (MJOP).

Stormschade:
In 2015 zijn er meerdere stormen geweest met totaal € 450.000 schade. Met name de zomerstorm van juli heeft veel schade veroorzaakt. Er is toen veel schade ontstaan doordat de bomen in blad stonden en daardoor veel wind vangen.

Achterstallig onderhoud:
In 2002 is de kwaliteit van de heesters en bomen in de stad geïnventariseerd. Daaruit bleek dat 20% van alle heesters en bomen onder basis kwaliteit is (achterstallig onderhoud hebben). Met het renovatieplan "Licht op Groen" zijn we bezig met het wegwerken van het achterstallige onderhoud. In 2015 is daarvan weer een jaargang uitgevoerd.

Risicoverantwoording:
In 2015 is er veel schade opgetreden door meerdere stormen. Een storm aan het begin van het jaar heeft relatief weinig schade aangericht, maar de zomerstorm van juli had veel schade tot gevolg omdat de bomen was er beperkte schade. Een deel van de kosten kon worden opgevangen in de lopende begroting, door prioriteiten te stellen en investeringen door te schuiven naar 2016.

Speelvoorzieningen

Beleidskaders:
De Nota Speelruimte in Zwolle d.d. 2000 (geactualiseerd in 2010 voor de natuurspeelplaatsen).
Speelruimtekaarten tot 12 jaar d.d. 2004.
Het Besluit Veiligheid Attractie- en speeltoestellen; sinds maart 1997 van kracht.

Stand van zaken:
In 2015 zijn in het voorjaar alle speeltoestellen geïnspecteerd door een onafhankelijk bureau. Op grond van de uitkomsten van de inspectie zijn reparaties uitgevoerd en zijn toestellen vervangen.
Er kunnen onaangekondigde controles op veiligheid worden uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). In 2015 zijn we door de NVWA niet aangesproken op onveilige situaties bij de reguliere speelplekken. Wel zijn we aangeschreven vanwege niet-gecertificeerde particuliere speeltoestellen in de openbare ruimte.

Financiële vertaling in begroting:
In 2015 was € 200.000 beschikbaar voor vervangingsinvesteringen voor spelen. In de begroting 2015 was € 640.000 opgenomen voor regulier onderhoud, waarvan € 200.000 voor kapitaallasten van de vervangingsinvesteringen (m.a.w. € 440.000 is beschikbaar voor onderhoud).

Actuele risico inschatting:
Geen risico’s.

Risicoverantwoording:
In 2015 is met betrekking tot hierboven aangegeven onderwerp geen sprake geweest van bijzondere situaties /knelpunten.

Straatmeubilair
Het gaat hier om openbare verlichting (ovl) en verkeersregelinstallaties (vri’s).

Beleidskader:
In de informatienota aan de raad van 11 december 2012 staat de visie op openbare verlichting en de aanpak voor (grootschalige) vervanging openbare verlichting.

Stand van zaken:
De gemeente streeft naar een zo duurzaam mogelijke openbare verlichting. Het beoogd doel is het openbare leven bij duisternis zo veilig en leefbaar mogelijk te maken, door het hebben en onderhouden van een veilige, energiezuinige en duurzame openbare verlichting, waarbij de (visuele) neveneffecten voor mens, dier en plant tot een minimum beperkt blijven.
Bij de vervanging moet rekening worden gehouden met de landelijke en Europese richtlijnen voor openbare verlichting. Door in bestaande situaties 1 op 1 te vervangen worden de huidige richtlijnen niet gehaald. Het wordt vanwege de hoge netwerkkosten te kostbaar om volledig aan de aanbevolen normen te voldoen. Om te voldoen moeten de afstanden tussen de masten worden verkleind en er lantaarnpalen worden bijgeplaatst (zgn. verdichten). De verwachting is, dat Led of andere innovatieve verlichting wordt ontwikkeld, die aansluit op de bestaande mastopstellingen en waarmee we beter voldoen aan de normen. Voor nieuwe verlichtingsontwerpen ten behoeve van projecten en reconstructies ontwerpen we volgens de richtlijnen.
De verkeersregelinstallaties (vri’s) moeten betrouwbaar zijn, daarvoor worden ze jaarlijks geïnspecteerd op technisch functioneren. Daarnaast worden ze twee keer per jaar visueel gecontroleerd.

Financiële vertaling in begroting:
Voor het technische onderhoud van straatmeubilair is in 2015 € 2,7 mln. beschikbaar, inclusief € 360.000 kapitaallasten.
Aan vervangingsinvesteringen is in 2015 voor straatmeubilair € 900.000 (exclusief BTW) beschikbaar, waarvan € 400.000 meerjarig incidentele middelen in verband met ombouw openbare verlichting naar LED-verlichting.

Actuele risico inschatting:
Tot nu toe vervingen wemet het bestaande budget voor openbare verlichting circa 100 slechte masten en armaturen per jaar. Met als risico dat we over een aantal jaren geconfronteerd zouden worden met grote uitval en hoge kosten (kapitaalvernietiging en mogelijke sociale en verkeersonveiligheid). Omdat dat onwenselijk is, is in de PPN 2014 - 2017 budget beschikbaar gesteld voor de eerste fase van grootschalige vervanging en ombouw naar LED. Hiermee wordt het risico op niet functionerende verlichting (sterk) verminderd.

Voor het betrouwbaar houden van deverkeersregelinstallatiesis het nodig jaarlijks minimaal 3 vri’s te vervangen. Er zijn 65 verkeersregelinstallaties (vri’s). De gemiddelde levensduur is 15 jaar. Door jaarlijks 3 vri’s te vervangen, blijft het areaal up to date en betrouwbaar. Vervanging geschiedt op basis van leeftijd, functioneren, betrouwbaarheid en eventuele (geplande) reconstructies.

Risicoverantwoording:
In 2015 is met betrekking tot hierboven aangegeven onderwerp/risico's geen sprake geweest van bijzondere situaties /knelpunten.

Buitensport accommodaties

Jaarlijks cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Het onderhoud op de buitensportaccommodaties vindt plaats op basis van jaarplannen. De uitvoering van deze plannen wordt gedekt door structureel geld. Op basis van analyse van voorgaand jaar wordt het nieuwe jaarplan gemaakt (waarbij kleine accentverschuivingen mogelijk zijn).

Stand van zaken:
Enkele jaren geleden is de prijs kwaliteitsverhouding onderzocht en de uitkomsten hiervan waren goed.
Daarnaast worden bij bepaalde accommodaties periodieke keuringen uitgevoerd op basis van NOC/NSF normen.

Financiën:
€ 946.568 in 2015 (inclusief uitgesteld onderhoud van € 16.124 uit 2014)

Risicoverantwoording:
Geen risico’s.

Periodiek cultuurtechnisch onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Dit onderdeel heeft betrekking op renovatie van sportvelden. De gemeente beschikt over 33 natuurgras sportvelden. Ieder jaar wordt in ieder geval 1 sportveld gerenoveerd. De technische levensduur bedraagt gemiddeld ongeveer 20 jaar.

Stand van zaken:
Op de meeste accommodaties zijn de NOC/NSF kwaliteitseisen van toepassing

Financiën:
In 2015 structureel budget van € 36.687.

Risicoverantwoording:
Geen risico’s.

Dagelijks bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
De verenigingen ontvangen in 2016 voor het laatst een jaarlijkse bijdrage per kleedkamer op basis van het stichtingsjaar waarvoor de vereniging geacht wordt het klein dagelijks onderhoud uit te voeren. Dit budget maakt onderdeel van de gemeentelijk bezuinigingen op sport vanaf 2016. In 2017 zal het budget volledig komen te vervallen.

Stand van zaken:
Jaarlijkse schouwen.

Financiën:
In 2015 is structureel een bedrag van € 19.125 beschikbaar.

Risicoverantwoording:
Laag risico. Door goed te schouwen vindt controle plaats van de staat van onderhoud van de accommodaties. Dit is van belang omdat onvoldoende klein onderhoud gevolgen kan hebben voor de uitvoering van het groot onderhoud die onveranderd de verantwoordelijkheid blijft van de gemeente (zie onder).

Periodiek bouwkundig onderhoud buitensportaccommodaties

Beleidskader:
Voor het groot onderhoud aan de kleedkamers is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Jaarlijks wordt de Meerjaren Onderhoud Planning (MOP) beoordeeld en noodzakelijke werkzaamheden in overleg en afstemming met de verenigingen uitgevoerd.

Stand van zaken:
Jaarlijkse uitvoering van werkzaamheden op basis van MOP.

Financiën:
Bedrag fluctueert van jaar tot jaar. In de reserve sportaccommodaties (bijlageboek) zijn de financiële gevolgen meerjarig vertaald.

Risicoverantwoording:
Geen risico’s.

Kunstgras

Beleidskader:
Vanaf 2006 heeft de gemeente Zwolle op (bijna) alle Zwolse buitensportaccommodaties kunstgrasvelden aangelegd om de kwaliteit en de capaciteit van de sportparken te vergroten. Gezien de vervang cyclus van ongeveer 12 jaar zijn de eerste vervangingen vanaf 2017/2018 te verwachten.

Stand van zaken:
Een extern rapport zal op korte termijn nader inzicht moeten geven in de staat van onderhoud en de noodzaak tot vervanging op welk moment.

Financiën:
Voor vervanging van de kunstgrasvelden zijn geen gelden gereserveerd op de gemeentelijke begroting.

Risicoverantwoording:
Op korte termijn geen. Voor de komende jaren moet rekening worden gehouden met reservering van gelden.

Onderwijsgebouwen

Beleidskader:
Op grond van landelijke wetgeving en de lokale Verordening Onderwijshuisvesting heeft de gemeente een zorgplicht voor effectieve en efficiënte huisvesting van scholen voor basis-, speciaal- en voortgezet onderwijs.

Stand van zaken:
Tot voor kort konden de besturen van scholen voor basis-en speciaal onderwijs voor de bekostiging van het zogeheten “buitenkantonderhoud” een aanvraag om bekostiging indienen bij de gemeente volgens een in de Verordening Onderwijshuisvesting neergelegde aanvraagprocedure.
Per 1 januari 2015 is echter een wijziging in de wetgeving rond huisvestingsvoorzieningen voor het basis-en speciaal onderwijs in werking getreden. Als gevolg van deze wetswijziging zijn de schoolbesturen, net als de besturen voor het voortgezet onderwijs, zowel inhoudelijk als financieel volledig verantwoordelijk voor het totale gebouwonderhoud. Dit geldt echter v.w.b. het basis-en speciaal onderwijs niet voor de gymnastieklokalen. Voor de bekostiging van het “buitenkantonderhoud” van deze lokalen kunnen besturen nog steeds aanvragen bij de gemeente indienen.
De financiële middelen voor “buitenkantonderhoud” van de schoolgebouwen gaan m.i.v. 2015 niet meer via de uitkering Gemeentefonds naar de gemeente, maar rechtstreeks van het rijk naar de schoolbesturen.

Financiën:
De bedragen die gemoeid zijn met het “buitenkantonderhoud” van de gymnastieklokalen bij het basis-en speciaal onderwijs zijn gebaseerd op een Meerjaren Onderhoud Plan (MOP).
Dit MOP wordt voor alle gymnastieklokalen centraal door het Expertisecentrum beheerd en bewaakt. Door een dergelijke centrale afstemming wordt bereikt dat op gelijkwaardige wijze de behoefte aan onderhoud wordt gedefinieerd en per gymlokaal wordt bewaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de financiële consequenties voor zowel het “binnenkantonderhoud” (schoolbesturen) en het “buitenkantonderhoud” (gemeente)
De kosten die voor rekening van de gemeente komen bedragen over de (10-jarige) MOP-periode in totaliteit € 1.055.804. Gemiddeld is dat per jaar dus ruim € 100.000. Per jaar verschillen de benodigde bedragen echter in hoogte, zulks afhankelijk van de aard en omvang van de in het betreffende jaar te treffen voorzieningen. Voor deze kosten zijn structurele middelen beschikbaar.

Risicoverantwoording:
Geen risico’s

Verhuurde panden Vastgoed inclusief panden t.b.v. huisvesting gemeentelijk personeel

beleidskader:
Het onderhoud van de verhuurde gebouwen van Vastgoed vindt plaats op basis van 10-jarige onderhoudsplanningen. Jaarlijks wordt naast het dagelijks onderhoud, het planbare onderhoud behorende bij een jaarschijf, opgedragen aan het Expertisecentrum, die circa 90% van de uit te voeren werkzaamheden uitbesteed.

stand van zaken:
Het actueel houden van de onderhoudsplanningen is een continue proces. Jaarlijks wordt circa 1/3 deel van de panden opnieuw geschouwd. De staat van onderhoud van de verhuurde panden kan gemiddeld worden getypeerd als redelijk. Door de grote diversiteit van de panden, zowel in omvang als naar bouwaard en de toegepaste bouwmaterialen, zijn er echter verschillen waar te nemen. Alle gebouwen in bezit van onze gemeente, zijn verzekerd door middel van een Uitgebreide Gevaren Verzekering (UGV).

financiën:
Het jaarlijks beschikbare budget voor zowel het dagelijks onderhoud als het planbare meerjaren onderhoud staat al enige tijd onder druk. In dit kader heeft de gemeenteraad bij de behandeling van de PPN 2013-2016 ingestemd met de tijdelijke herinzet van de opbrengsten van verkoop van panden ter aanzuivering van de reserve “onderhoud verhuurde panden” (reserve O27). Deze tijdelijke maatregel heeft geresulteerd in een aanvulling van de reserve met € 2 mln. Hiermee is de verwachting dat tot 2019 het onderhoud aan verhuurde panden conform de opgestelde onderhoudsplannen kan worden uitgevoerd. In de nabije toekomst wordt jaarlijks in de Meerjaren Prognose Gebouwen afgewogen of en in welke mate aanzuivering van de onderhoudsreserves noodzakelijk is.

actuele risico inschatting:
Reserve O27 “onderhoud verhuurde panden” is voldoende voor gedegen onderhoud tot en met 2019.
Als gevolg van diverse werkzaamheden i.h.k.v. het nieuwe werken en genomen verduurzamingsmaatregelen dient in 2016 het verloop van reserve O27 “onderhoud gemeentelijke huisvestingspanden” opnieuw onder de loep te worden genomen.