Jaarverslag 2015

De continuïteit van zorg stond in het afgelopen eerste jaar voorop

In Zwolle heeft de continuïteit van zorg in 2015 voorop gestaan.
Met ingang van 1-1-2015 zijn de decentralisaties in het sociaal domein ingegaan, waaronder de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. Er is alles aan gedaan om de transitie zo goed mogelijk te laten verlopen. Tijdens de vliegende start zijn we met veel onduidelijkheden geconfronteerd. Desondanks is het startjaar 2015 vanuit zorg oogpunt alleszins goed verlopen.

Decentralisaties zijn een grote opgave.
De decentralisaties Sociaal Domein zijn een grote opgave, een grote beweging. In Zwolle zijn de voorbereidingen op deze overdracht gestart in 2013. In de aanloop was lang onduidelijk welke taken daadwerkelijk zouden worden overgedragen. Wetgeving en condities waren pas eind 2014 vastgesteld en bekend.
De doelstelling van de decentralisaties heeft ook in Zwolle een vertaling gekregen. Van visie, via beleidskaders naar uitvoeringsprogramma’s, alles gericht op uiteindelijke transformatie. In de uitwerking eerst “wind- en waterdicht”, dan transitie en vervolgens transformatie. Een gecombineerde financiële en inhoudelijk/maatschappelijke beweging.
Voor ons als gemeenten en (gemeentelijke) samenwerkingsverbanden, voor organisaties en aanbieders van ondersteuning en zorg en landelijke instituties (Vectis, Sociale Verzekeringsbank en Centraal Administratiekantoor) zijn de decentralisaties een ingrijpende krachttoer. Nieuwe routines ontwikkelen op een dergelijke schaal kosten veel inspanning en tijd. Ondanks de vele onduidelijkheden moest de zorg en ondersteuning gewoon doorgaan in 2015
Voor inwoners die zorg en ondersteuning ontvangen is een onzekere periode ontstaan. Verantwoord omgaan met dit gegeven levert spanning op met de noodzaak tot verandering en bezuiniging.
Er is soms sprake van tegenstrijdige regelgeving zoals die tussen de plicht voor gemeenten om te voldoen aan het rechtmatigheidsvereiste en de (on)mogelijkheden om op basis van privacyregelgeving dit te kunnen.
Ervaringen in Denemarken hebben laten zien dat er daar bij een vergelijkbare stelselwijzing, vier tot zes jaren nodig waren om in te groeien in de gewenste nieuwe situatie(s). In de eerste vier jaar ging dit gepaard met veel moeite en stegen de kosten. Daarna kwam het transformatie-effect goed op gang.

Financiën
Jaarrekening gebaseerd op voorlopige cijfers

De cijfers in deze jaarrekening zijn voor het Sociaal Domein gebaseerd op voorlopige cijfers. De eindafrekeningen vanuit de zorgaanbieders, SVB en het CAK komen niet op tijd binnen om deze te kunnen verwerken in de jaarrekening. Vanuit het landelijk controleprotocol is afgesproken dat deze 1 april binnen moeten zijn, echter zowel SVB als het CAK hebben al aangegeven dat ze dit niet gaan halen. Ook vanuit de zorgaanbieders en de accountants wordt aangegeven dat deze eindafrekeningen veel later beschikbaar zullen komen. Dan kan pas een voldoende zekerheid worden gevormd rondom deze uitgaven, waarop vervolgens onze accountant zijn oordeel op fundeert. Dit zal naar verwachting leiden tot vertraging in het verstrekken van de accountantsverklaring. De verwachting is dat rond de zomervakantie mogelijk de afrekeningen en verantwoordingen binnen zullen zijn. Daarnaast bestaat het risico dat de werkelijke eindafrekeningen zullen afwijken ten opzichte van de opgenomen voorlopige cijfers in deze jaarrekening. Dit risico wordt afgedekt door de risico reserve sociaal domein, eventuele materiële mutaties kunnen via deze reserve verantwoord worden.

Rechtmatigheid.
VNG verwacht dat door accountants bij de gemeentelijke jaarrekeningen over 2015 veel niet goedkeurende accountantsverklaringen worden afgegeven. Of dit ook voor de Gemeente Zwolle geldt, zal moeten blijken aangezien de accountant bepaalt, of en welke verklaring zij afgeven.

Ook in Zwolle heeft de continuïteit van zorg in 2015 voorop gestaan. Er is alles aan gedaan om de transitie zo goed mogelijk te laten verlopen. Een aantal oorzaken en onduidelijkheden waarmee we geconfronteerd zijn, liggen voor een groot deel buiten onze macht, denk hierbij aan:

  • PGB problematiek via SVB,
  • het CAK met de registratie en inning van eigen bijdragen
  • de moeizame/ onvolledige gegevensoverdracht vanuit het Rijk.

Vanwege de systematiek werkt dit door in het accountantsoordeel.
Dit wordt tevens door VNG en Rijk onderschreven en de VNG geeft dan ook aan dat haar verwachting is dat het zal resulteren in veel niet goedkeurende accountantsverklaringen.

Resultaat 2015

Het totaal resultaat over 2015 binnen Sociaal Domein bedraagt ca. € 4 mln. positief. Dit is een afwijking van 2,1 % op een totaal budget Sociaal Domein van ruim € 192 mln. Het overschot wordt o.a. verklaard door het overschot op PGB en IB..
Op basis van de werkelijke cijfers en de voorlopige rapportage SVB blijkt dat ca. 80% van de totale PGB besteed wordt, dit geldt gemiddeld over alle producten en is tevens het landelijk beeld. Als belangrijkste oorzaak hiervan wordt de invoering van het trekkingsrecht genoemd.

Deze uitkomst is zoals al beschreven, gebaseerd op voorlopige cijfers. Het voordeel bestaat uit een groot aantal posten, te weten product: Jeugd € 269.000; IB € 1.591.000, Woonvoorzieningen € 472.000, Vervoersvoorzieningen € 419.000, Maatwerkvoorziening Wtcg € 533.000, Maatschappelijke Participatie € 440.000 en Externe advisering € 249.000.

Toelichting

  • Jeugdzorg: De financiële resultatenJeugdzorg regionaal zijn negatief, maar door  het anticiperen hierop binnen het lokale budget Jeugd kan het Zwolse aandeel in het regionaal tekort binnen product Jeugd opgevangen worden (beperkte kosten innovatie en post onvoorzien) en blijft er een budget van € 269.000 over.
  • Product IB bestaat uit Kortdurend verblijf, dagbesteding, diensten aan huis, bijdrage WMO.
    Het positief saldo wordt grotendeels verklaard door het overschot op PGB.
    Op basis van de werkelijke cijfers en de voorlopige rapportage SVB blijkt dat ca. 80% van de totale PGB besteed  wordt.  Belangrijkste oorzaak is de invoering van het trekkingsrecht.  De definitieve rapportages SVB zal rond juni aangeleverd worden.
  • Vervoersvoorzieningen:Vanwege een gunstige aanbesteding is dit voordeel ontstaan. Deze aanbesteding loopt tot en met 2017.
  • Woonvoorzieningen : Mede als gevolg van het invoeren van de eigen bedrage, blijken de aanvragen voor woningaanpassingen structureel lager te liggen. De eigen bijdrage regeling is in 2016 aangepast, wat mogelijke effecten heeft dat er weer een toename van het aantal aanvragen voor woonvoorzieningen plaats vindt.
  • Maatwerkvoorzieningen :Voor de tegemoetkoming chronisch zieken is een budget van € 700.000 voorgeschreven. Dit kon in 2015 voor het eerst aangevraagd worden. De verwachting is dat na drie jaar het bereik optimaal is en het budget volledig benut zal worden.
  • Maatschappelijke participatie:Het verschil is onder andere ontstaan op het onderwerp re-integratie. Deze is met name tot stand gekomen door de lagere lasten door inzet van goedkopere loonkostensubsidies via uitzendbureaus in plaats van rechtstreeks bij de werkgever
  • Externe advisering :Het voordeel  is het gevolg van minder gebruik van indicering en advieskosten van externe partijen. Dit is onder andere het resultaat vanwege extra inzet op de deskundigheidsbevordering van de eigen consulenten. Voor 2016 zal dit budget gedeeltelijk ingezet worden voor de inzet van de GGD, vanwege de wettelijke taak voor het toezicht in de WMO.